Soorten

Er zijn twee soorten1 doofheid, namelijk prelinguale en postlinguale doven. De laatste groep doven wordt nog eens onderverdeeld in twee groepen, de plotselinge postlinguale doven en de geleidelijke postlinguale doven.

Prelinguale doven zijn personen die doof geboren of geworden zijn voordat zij in de fase kwamen waarin de natuurlijke taalverwerving plaatsvindt.

Postlinguale doven zijn personen die doof geworden zijn nadat ze een normale taalontwikkeling doormaakten. Ze worden dus op latere leeftijd doof. Zo blijkt uit cijfers dat liefst 60% doof wordt na 16 jaar.

In onderstaande cirkeldiagram kun je zien dat prelinguale doofheid het meest voorkomt bij kinderen tussen de zes en twaalf jaar.

diagramprelinguaal.jpg
Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License